Slimmer doorzaaien voor een beter resultaat
De mildere en kortere winters bieden tegenwoordig vrijwel het hele jaar door grasgroei. Dat schept mogelijkheden vanuit duurzaamheidsoogpunt. Met dezelfde hoeveelheid graszaad vaker en gevarieerder doorzaaien komt de grasmat ten goede en helpt de komst van ziekten en plagen op een natuurlijke manier te voorkomen.
Ziekten en plagen zijn continue op zoek naar de kale, kwetsbare plekken in de grasmat. Dat maakt een volle en gezonde grasmat de beste en meest duurzame oplossing om de komst van ongewenste organismes te voorkomen. Door een grasmat door te zaaien wordt er nieuw genetisch materiaal en worden er meer en goede zaden in de mat of bodem gebracht. Daarnaast snijdt de activiteit de wortels van het bestaande gras door waardoor het zo de natuurlijke aangroei van nieuwe wortels stimuleert. Een groter en steviger wortelpakket zal de mat verder verstevigen en het gras weerbaarder maken.
De effectiviteit van het doorzaaien hangt sterk af van de voorbereiding, de uitvoering, het beschikbare vocht in de bodem, de keuze voor de doorzaaimachine, zaaidiepte en, natuurlijk, de keuze voor het graszaad. De hoeveelheid graszaad kan per doorzaaibeurt verschillen maar de standaard van zo’n 100 tot 125 kg graszaad over het hele jaar voor ’n sportveld, blijft onveranderd. Méér zaad gebruiken wordt niet aangeraden omdat dit ertoe kan leiden dat de snelle kiemers de trage kiemers zullen overvleugelen waarbij de voordelen van de laatste groep, niet optimaal benut worden.
Vaker maar niet onbeperkt
Belangrijk is dat de mat goed is en is voorbereid. Door het eerst te wiedeggen of verticuteren wordt de viltlaag in de mat opengetrokken en wordt straatgras en onkruid verwijderd. Daarnaast is het verstandig om de mat te beluchten zodat de bodem een goede luchthuishouding kent. Dat zal straks tevens helpen om overtollig regenwater tijdens hoosbuien, snel en probleemloos naar de drainage te leiden.
De frequentie van het doorgezaaien hangt sterk af van de staat en het gebruik van de mat en het moment in het jaar waarop dit voor het eerst wordt gedaan. Nu de winters steeds korter en milder zijn, verschuift dat moment van de traditionele voorjaarsactiviteiten in de april/mei periode steeds vaker naar medio maart. Ook is het niet langer ongewoon om zelfs in oktober nog door te zaaien. In principe kan de mat dus tenminste drie keer per jaar worden doorgezaaid maar veel adviseurs, hoveniers en aannemers deizen er niet voor terug om dat vaker te doen. Zeker wanneer hun werk op basis van een prestatie- of beeldcontract wordt beoordeeld. Kijk er niet van op wanneer zij tot wel vijf keer per jaar een sportveld doorzaaien.
Wisselende richtingen en mengsels
De effectiviteit wordt verder verhoogd door telkens in een andere richting door te zaaien. Hoewel met name de lengteas van het veld gedurende het seizoen het zwaar te verduren zal krijgen, is het verstandig om het veld ook over de breedte en beide diagonalen door te zaaien. Dankzij de GPS-technologie kan die rijrichting voor elke beurt worden vastgelegd waardoor de richting voor de volgende behandeling eenvoudig te bepalen is.
Ook is het raadzaam om variatie in het graszaad aan te houden. De verschillende graszaadveredelaars bieden een ruime keuze aan graszaad en mengsels om door te zaaien. Elk mengsel heeft z’n eigen karakteristieken. Sommige grassen kiemen al bij 4⁰C terwijl andere mengsels beter bestand zijn tegen ziektes of droogte. Ook zijn er mengsels waarbij een snelle kieming wordt bevorderd voor een snel resultaat of juist ietwat wordt vertraagd voor een betere impact. Voor velden die in het voorjaar worden ingezaaid en binnen drie maanden weer gebruikt worden, is het verstandig een mengsels met een hoog aandeel Engels raaigras aan te houden. Deze grassoort kent een snelle opkomst en vestiging. In de nazomer is het raadzaam om een mengsels met een hoog aandeel veldbeemdgras te pakken. De temperatuur is dan nog voldoende hoog en de vochtvoorziening zal minder snel een probleem vormen. Het zich traag vestigende veldbeemdgras krijgt dan de beste kans om zich te vestigen.
Alle aangeboden grassen staan, tezamen met hun karakteristieken, in de De Grasgids. Dit document bevat een overzicht van de beste grassen van de Nederlandse graszaadveredelaars waardoor het raadzaam is om dit document als leidraad te houden.
De juiste doorzaaimethode
De zaaidiepte kan per mengsel verschillen. Zo moet Engels raaigras op 7-10 mm worden ingezaaid terwijl veldbeemd juist op 2-3 cm moet worden ingezaaid.
Er bestaan verschillende methoden om grasmatten door te zaaien. Van speciale doorzaaimachines met dubbele schijven die de graszaadjes in de toplaag plaatsen en weer bedekken, tot zogenaamde spijkerrollen die een gaatje prikken en daar een zaadje in laten vallen voordat het wordt toegemaakt. De machines hebben verschillende werkbreedtes en werkafstanden maar het moet juist de vorm van het graszaadje zijn dat de keuze voor de machine bepaalt. Langwerpige zaden zoals Engels raaigras laten zich minder makkelijk vallen en moeten dus met grote precisie in de bodem worden geplaatst.
Vergeet de nazorg niet
Wanneer de grasmat eenmaal is doorgezaaid, is het belangrijk dat het nieuwe gras de tijd krijgt om op gang te komen. Afhankelijk van de omstandigheden is het verstandig om een periode van vier tot zes weken rust aan te houden. In een ideale situatie wordt het veld in die periode niet bespeeld.
Behalve rust, heeft het nieuwe gras in die periode ook veel behoefte aan water. De toplaag zal in die eerste paar weken voldoende en continue vocht moeten bevatten. Dagelijks een kleine dosis water, al dan niet met behulp van een beregeningsinstallatie, zal het nieuwe gras zeker helpen om op gang te komen. Pas wanneer er voldoende gras staat, kunt u gaan maaien. Maai het gras daarbij niet meteen tot op de beoogde lengte af, maar doe dat stap voor stap. Het gras is er bij gebaat wanneer steeds alleen de top wordt afgemaaid.
Een regelmatig doorgezaaide grasmat oogt mooi, blijft veilig en geeft de beste spel- en plezierervaring. Denk goed na over de frequentie en aanpak en kies voor het juiste graszaad.
Dit artikel is mede tot stand gekomen dankzij de informatie van Hans Ebben van Top Sport & Groen, Henk Slootweg van AH Vrij en Jacco Meijerhof van Hofmeijer Voorst