Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt deze website gebruik van Cookies. Door op "Akkoord" te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Met beleid maaien

Wie in mei gehoor heeft gegeven aan de oproep ‘Maai mei niet’ staat nu voor de uitdaging om het gras terug naar de juiste hoogte te trimmen. Gras is robuust maar niet onsterfelijk. Een gezond gazon of goede grasmat vereist daarom een doordacht maaibeleid.

‘Maai mei niet’ had als doel om bloemen die doorgaans met het gras worden afgemaaid, ruimte te geven om eens te groeien zodat ze een voedingsbron voor bijen konden worden. Volgens Britse onderzoekers trekt een grasmat in bloei 10 keer meer bijen aan dan een mat die regelmatig gemaaid wordt. Omdat bijen verantwoordelijk zijn voor de bestuiving van 90% van alle bloemen, waarvan 60% van alle voedselgewassen, is het dus in ons eigen belang dat deze insecten de kans krijgen zich te ontplooien. Het langere gras biedt echter ook een schuilplek en voedselbron voor heel wat andere insecten en zoogdieren en komt dus ook de biodiversiteit ten goede. Nu is echter het moment aangebroken om te voorkomen dat een paar daarvan een plaag gaan worden. Denk daarbij aan muizen, slaken of teken die welig kunnen tieren wanneer de grasgroei niet beperkt wordt. Ook is nu het moment aangebroken om het gras te verzorgen. Gemaaid gras is beter bestand tegen de weersinvloeden en voorkomt dat juist grasziekten een kans krijgen om tot bloei te komen. Ook neemt gemaaid gras beter vocht, zonlicht en zuurstof op. Dat komt de gezondheid van het gras ten goede waardoor deze minder aandacht vergt en mooier oogt.

Beste graslengte

Welke graslengte uiteindelijk nagestreefd moet worden, hangt sterk af van het moment, de locatie, de toepassing en de gekozen grassoort. Veel van deze informatie is in de Grasgids per soort opgenomen. Zo kunnen roodzwenkgras en struisgras, die juist geschikt zijn voor een schaduwrijke omgeving, goed tegen een korte maaihoogte. Het populaire Engels raaigras gedijt weer bij wat meer hoogte. Pas gezaaid gras moet eerst 50 mm op komen vóórdat het voor het eerst gemaaid wordt. Voor gazons en grasvelden die recreatief gebruikt worden, wordt een graslengte van 30 tot 40 mm aanbevolen. Gras voor sier gazons mag daarentegen, 50 tot 70 mm lang worden. Enerzijds geven deze lengtes het gras voldoende blad om licht en water te absorberen. Anderzijds voorkomt deze bladlengte dat het gras te snel uitdroogt of verbrandt gedurende de zomer. Als het gras te kort gemaaid wordt, dan creëert het ook een mogelijkheid voor mossen. Als die een kans krijgen, dan nemen die al snel de omgeving over.

Beste maaihoogte

Wanneer het gras de kans heeft gekregen om langer dan de aanbevolen lengte te worden, moet het terugbrengen tot de gewenste lengte, stapsgewijs worden uitgevoerd. Door alleen de graspunt te kortwieken ervaart het gras het minste stress en zal deze het minst beschadigd worden. Het snijblad van de grasmaaier gaat in dat geval gelijkmatiger en netter door de malse top. Het gras zal dan sneller herstellen. Dichter bij de grond is het gras juist dikker en taai. Wanneer het hier afgemaaid wordt, is de kans groot dat de grasplant beschadigd wordt. Het vergt de plant dan meer tijd om te herstellen terwijl die beschadigingen ziekten een kans biedt om het gras binnen te dringen en zo de mat te infecteren.

Als stelregel voor een goede maaihoogte wordt aanbevolen om het gras per maaibeurt maximaal één derde van de huidige hoogte te kortwieken. Gras van meer dan 50 mm hoog maar dat uiteindelijk 30 mm moet worden, moet dan dus met tenminste één tussenstap op de uiteindelijke lengte worden ingekort. Daarna is het een kwestie van bijhouden. Let wel op dat bij het maaien van lang gras er zich geen hoopjes met maaisel vormen. Die kunnen het gras het zonlicht ontnemen en, uiteindelijk doen verstikken. Dergelijke plekken bieden ziektes dan een uitgelezen kans om zich te vormen. Dit probleem doet zich niet voor bij robotmaaiers of maaiers die voorzien zijn van een mulch-optie: in beide gevallen zijn de grassnippers die zij over het gazon uitstrooien, groot genoeg om snel op natuurlijke wijze te verteren. Het maaisel vormt daarmee ook een voedingsbron voor het gras eronder.

Beste maaifrequentie

Ook de maaifrequentie hangt sterk af van de gekozen grassoort, toepassing, het onderhoud en de omstandigheden. Zo zijn veldbeemd en roodzwenkgrassen trage groeiers. Sommige graszaden kiemen traag of juist extra snel, andere zaden zijn bewerkt om de grasplant, na ontkieming, nog een extra voedingsgift te geven. In het verleden ontkiemde het graszaad bij een bodemtemperatuur van gemiddeld zo rond de 10⁰ Celsius en bleef het groeien zolang er overdag een temperatuur van tussen de 7⁰ en 10⁰ Celsius werd gemeten. De afgelopen jaren zijn de veredelaars ook met graszaden gekomen die al ontkiemen bij lagere temperaturen en ook bij lagere temperaturen blijven groeien.

Doorgaans kan in maart en april volstaan worden met een maaibeurt om de twee weken. Gedurende de zomerperiode kan die frequentie oplopen tot éénmaal of tweemaal per week. Het wordt aanbevolen de mat alleen te maaien wanneer het gras voldoende droog is. Dat biedt de beste garantie dat ziekten geen kans krijgen om via de verse snede de grasplant binnen te dringen. Voor beide periodes geldt dat, wanneer er kwistig met water of meststoffen gewerkt wordt, de maaifrequentie kan toenemen. Van nature kan gras per week zo’n 50 mm groeien. Hoe meer die groei middels aanvullende voedingsstoffen of water gestimuleerd wordt, hoe hoger de maaifrequentie oploopt.

Beste maaipatronen

Tenzij het om een voetbalveld gaat, waarbij de banen een visuele ondersteuning voor de assistent-scheidsrechter vormen, is de toegevoegde waarde van maaipatronen beperkt tot de wens van het oog. Wel wordt aanbevolen om regelmatig uw maairichting te variëren. Door de grasplant steeds vanaf een andere kant te benaderen voorkomt u dat het gras van nature uiteindelijk een bepaalde richting op gaat liggen.

Een mooie, volle grasmat vergt aandacht en zorg. Maar als dat regelmatig gebeurt en op basis van een plan, dan is het meer een kwestie van bijhouden in plaats van continue herstellen met alle bijkomende kosten en kopzorgen.

Nu ‘Maai mei niet’ achter ons ligt, is het moment aangebroken om ook de grasmat definitief klaar te maken voor een zorgeloze zomer. Kies het juiste gras en de juiste manier om het te verzorgen. Gras erop!