Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt deze website gebruik van Cookies. Door op "Akkoord" te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Een betere gezondheid dankzij een groene omgeving

Een goede gezondheid en groene omgeving gaan hand in hand. De nieuwe Omgevingswet die dit najaar van kracht wordt, biedt daarom enorme kansen om een gezondere en vitalere samenleving te realiseren. Om die ambities te kunnen vervullen, zal gras zeker een rol moeten spelen.   

In de nieuwe Omgevingswet zijn 26 bestaande wetten gebundeld. Dankzij die bundeling kunnen plannen voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur voortaan beter op elkaar worden afgestemd. Ook beoogt de nieuwe wet om de lokale oplossing van lokale problemen te vereenvoudigen. Door de leefomgeving integraal te benaderen krijgt gezondheid nu echter een hogere prioriteit in de ruimtelijke afweging. Voortaan kunnen regionale en lokale overheden via de omgevingsvisie, het vaststellen van decentrale omgevingswaarden, regels in de omgevingsverordening óf omgevingsplan hun eigen gezondheidsambities vastleggen en uitwerken. Het gezondheidsaspect kan dan zelfs bepalend worden tussen het al dan niet accepteren van de ingediende plannen.

Groen en betere gezondheid

Dat gezondheid en groen hand in hand gaan, is bekend. Zo staat vast dat kinderen in een groene omgeving zo’n 15% van hun tijd meer buitenspelen dan kinderen in omgevingen waar groen ontbreekt. Dat stimuleert niet alleen hun lichamelijke en motorieke, maar ook sociale ontwikkeling. Ook is wetenschappelijk geconcludeerd dat 15 van de 24 meest bekende aandoeningen minder vaak voorkomen in omgevingen waar ‘groen’ in een straal van één tot drie kilometer van de woning aanwezig is. Dan hebben we het over afnames van, bijvoorbeeld, aandoeningen aan het hart of de bloedvaten, spierproblemen, mentale problemen, problemen met de ademhaling, spijsverteringsproblemen, diabetes of eczeem. Volgens de onderzoekers neemt voor elke 1% extra groen, het aantal patiënten met depressie per 10.000 inwoners, met één af.

Voor al deze onderzoeken werd de definitie voor ‘groen’ conform die van het Landelijk Grondgebruikbestand Nederland (LGN) gehanteerd. Die stelt dat een gebied pas als ‘groen’ wordt geclassificeerd als meer dan 50% van een oppervlak van 25x25 meter groen is. Dat is een kleiner stuk dan doorgaans voor een trapveldje wordt gereserveerd.

Dat zelfs met een klein beetje groen al veel kan worden bereikt, bleek wel uit een Australisch onderzoek naar het effect van groene daken op mensen die leven of werken in flats. Daarin werd geconcludeerd dat 40 seconde blootstelling aan groen een meetbaar effect op de gemoedstoestand en concentratie heeft.

Een betere gezondheid kwantificeren

In 2012 hebben accountants van KPMG getracht het financiële plaatje middels een casus in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer, in kaart te brengen. 10% meer groen zou de inwoners onder andere een betere gezondheidsbeleving, geluksgevoel, minder hittestress, een hogere arbeidsproductiviteit, meer woonplezier en een hogere sociale veiligheid moeten opleveren. De accountants berekende dat het aantal depressieve patiënten in de wijk binnen twee jaar met ongeveer 130 zou afnemen. De kosten van verzuim en zorg zouden als gevolg daarvan jaarlijks 800.000 euro lager uitvallen. Verwacht werd dat de investering in 10% meer groen, mede dankzij het positieve effect op overige ziekten zoals astma, diabetes, nek- en rugklachten, hartziekten, tussen de 5 en 12 jaar zou kunnen worden terugverdiend. De accountants schroomden er zelfs niet voor om te voorspellen dat een voorzichtige opschaling van het effect van meer groen in de omgeving van 10 miljoen mensen, zo’n 400 miljoen euro per jaar zou kunnen opleveren. Het grootste deel daarvan is vermeden verzuimkosten omdat er dan jaarlijks ruim 50.000 werknemers minder ziek zullen zijn. Sindsdien zijn de loonkosten zelfs alleen maar gestegen.

Hoe de groene omgeving wordt gebruikt

De laatste, grote, inventarisatie van hoe de Nederlander de groene ruimte gebruikt, stamt uit 2010. Toen werd gesteld dat:

30% van de Nederlanders het groen gebruikt om te sporten.ruim 50% van de Nederlanders ziet het als een plek om te wandelen.zo’n 30% ziet het als een plek om te fietsen.

Ongeveer 25% van de mensen sport vier keer per jaar in het groen rondom de stad. 10% van de mensen sport slechts één tot drie keer per jaar in het groen rondom de stad. Daarbij start ruim 56% van de buitensporters thuis terwijl ruim een kwart hiervoor eerst tussen de één en drie kilometer aflegt.

Gras als eenvoudige, zorgeloze, betaalbare vergroening

Van alle mogelijke vegetatie om de omgeving groener te maken, is gras de vegetatie waarmee het snelst een aanmerkelijk en meetbaar resultaat kan worden bereikt. Gras blijft het hele jaar door kleurvast, slaat aan op zelfs de kleinste plekken en vereist weinig en géén specialistisch onderhoud. Gras heeft tevens als bijkomend voordeel dat het helpt om de omgeving klimaatadaptief te maken waarmee het dus de hele omgeving verbetert.

Er is een grote diversiteit aan gras waardoor er altijd wel een mengsel voor de toepassing geschikt is. Welke mengsel dat is, kunt u het beste bepalen met behulp van de grasgids Bekijk de grasgids - Plantum (het-is-groen.nl). Alle rassen in de verschillende overzichten zijn over een langere periode uitvoerig getest door onafhankelijke wetenschappers.  

Geen overbodige luxe

Vorig jaar overschreden de totale zorguitgaven voor het eerst de 100 miljard. Volgens het Trendscenario van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gaat die stijging de komende 18 jaar door en bereikt deze de 174 miljard. Dat is een verdubbeling ten opzichte van 2015. Veel van die kosten zullen gespendeerd gaan worden aan de behandeling van psychologische aandoeningen, kanker en aan aandoeningen aan het hartvaatstelsel. De voorspelde uitgaves aan deze aandoeningen zullen dan ruim meer dan de helft zijn van wat in 2015 aan de behandeling van deze aandoeningen werd uitgegeven. De stijgende gezondheidskosten zal elke Nederlander in de portemonnee gaan raken tenzij we nu de omgeving actiever ‘groen’ gaan maken. Meer groen is meer bewegen waardoor eenvoudiger aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB) kan worden voldaan. Die stelt dat iedereen vijf dagen per week ten minste dertig minuten matig intensief moet bewegen om gunstige gezondheidseffecten te ondervinden.

De komst van de nieuwe Omgevingswet geeft de lokale en regionale overheid de ruimte om meer maatregelen te nemen op weg naar een gezonde maatschappij. Die wordt alleen bereikt wanneer mensen meer kunnen bewegen èn dat kunnen doen in een aangename, gezonde en ontspannende omgeving. G(r)as erop!