Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt deze website gebruik van Cookies. Door op "Akkoord" te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies.

Gras helpt fijnstof in de lucht te reduceren

Slim gebruik van gras kan ons helpen de lucht extra te zuiveren van allerlei soorten viezigheid en verontreiniging. Gras is zeker niet dé oplossing alleen maar door vernieuwend te denken en verder dan de horizon te kijken kan er dankzij gras zowel binnen- als buiten de bebouwde omgeving ontzettend veel worden bereikt.

 Onze lucht zit vol met fijnstof en gasvormige verontreinigingen die in grote mate verantwoordelijk zijn voor het verslechteren van de luchtkwaliteit in zowel de landelijke als stedelijke omgeving. Veel van die verontreiniging wordt veroorzaakt door verbrandingsprocessen in de industrie of uitlaatgassen en slijtage door het wegverkeer. De zwevende stofdeeltjes die zij in de lucht brengen worden fijnstof genoemd. Volgens de gezondheidsautoriteiten is dit voor ons de meest schadelijke vervuiling voor onze gezondheid. De deeltjes variëren in grootte, herkomst en samenstelling en kunnen tot een lange reeks aan gezondheidsproblemen leiden. Geschat wordt dat ze jaarlijks verantwoordelijk zijn voor de voortijdige dood van 12.000 mensen in Nederland.

Vegetatie onderschept die fijnstof en houdt het vast totdat het naar de bodem wordt geleid. Een onregelmatige opbouw van de vegetatie zorgt voor meer turbulentie in de lucht. Daardoor ontstaan er meer contactmomenten tussen de fijnstof en de vegetatie. De effectiviteit van het onderscheppen en vasthouden hangt echter af van de combinatie van het type vegetatie en de totale bladoppervlakte, het type verontreiniging en de locatie en inplanting van de vegetatie. Studies naar het effect van groen op luchtvervuiling wijzen er dan ook op dat lokale reducties sterk kunnen variëren van 1 tot 60 %.

Enorme opvang van fijnstof

Gasvormige verontreiniging wordt middels huidmondjes op de (gras)plant via fotosynthese omgezet naar zuurstof. Het aantal huidmondjes op het blad bepaalt hier sterk de effectiviteit van de gekozen vegetatie. In dit artikel (link naar artikel van juni 2021) kunt u daar meer over lezen. Voor de opvang van fijnstof telt juist de omvang van het blad of het totale aanwezige volume aan bladeren. Een combinatie van windsnelheid, lagere omgevingstemperatuur en hogere luchtvochtigheid zorgt er dan voor dat dat fijnstof op dat bladoppervlak neerslaat. Hoe ruwer of plakkeriger het blad, hoe meer fijnstof wordt vastgehouden. Uiteindelijk zal een regenbui al dat vastgehouden fijnstof losspoelen en naar de bodem brengen. Daar wordt het in het natuurlijke afbraakproces meegenomen.

Als alleen gekeken wordt naar de omvang van het blad dan zijn van alle vegetatietypes, bomen het meest effectief in het vastleggen van schadelijke stoffen. Daarna komen respectievelijk heesters, kruidachtigen en gras. (Oosterbaan, 2006; Gromke, 2012; Litschke, 2008). Daar staat echter tegenover dat het areaal aan gras in ons land vele malen groter is. Denk daarbij aan gazons, bermen, dijken of, bijvoorbeeld, sportvelden. Dat maakt dat de ‘Landelijke kaart potentiële fijnstofinvang door groene vegetatie’ van Wageningen Universiteit stelt dat gras in de bebouwde omgeving jaarlijks zo’n 36,42 kg fijnstof per hectare verwerkt. Voor deze berekening is uitgegaan van een gemiddelde fijnstofconcentratie van 35 µg/m3. Eventuele verwaaiing of zijwaartse invang als gevolg van de wind die door het element kan waaien, is daarbij niet meegerekend.

Gras belemmert niet

Die gunstige beoordeling van gras komt omdat het gras, in tegenstelling tot bodem, geen negatieve bijeffecten kent. Bomen kunnen de lokale windsnelheid, windrichting en turbulentie sterk beïnvloeden of zelfs frustreren. Met name in zogenaamde street canyons, straten met veel verkeer en waar dus veel fijnstof wordt geproduceerd, zal het dichte bladerdak de ventilatie van de canyon aanzienlijk belemmeren. Dat kan tot een ophoping van verkeersemissies leiden wat weer tot een verhoging van de concentratie fijnstof in de lucht zal resulteren.

Gras kent dat probleem niet. Boven een grasveld heeft de luchtstroom altijd alle ruimte. Duitse onderzoekers hebben daarom onderzocht welke verschillen kort gemaaid gras, extensief gemaaid gras en extensief gemaaid gras met voornamelijk Ruwe Smele (Deschampsia caespitosa) qua fijnstofinvang zouden opleveren. De conclusie was dat met name die laatste zeer effectief is.

 Eenvoudig uit te leggen

Dat een gras als Ruwe Smele goede effecten resulteerde laat zich eenvoudig uitleggen. Het gras wordt 30 tot 150 centimeter hoog, staat dankzij stevige stengels rechtop en heeft bladeren van tussen de 2 en 5 mm breed. Meestal zijn die vlak en is de bovenkant geribd en zeer ruw. Het voorbijrijdende verkeer veroorzaakte luchtwervelingen die de lucht met fijnstof juist richting die vegetatie stuwt. De sterkste wervelingen vinden plaats boven en vlak langs wegen tot op een hoogte van circa één meter. In het gras daalt de windsnelheid en temperatuur en neemt de luchtvochtigheid juist toe. Zo worden alle voorwaarden gecreëerd om fijnstof aan de grasbladeren te binden. Gezien haar omvang is Ruwe Smele een goed voorbeeld maar de kruidenrijke mengsels die nu op veel plekken worden gebruikt, kunnen hetzelfde effect resulteren. Alleen de cijfers zullen wat verschillen. Maar grassen blijven extra productief omdat ze, in tegenstelling tot veel andere vegetatie, nooit hun blad verliezen.

 25% bedekking kan 10% reductie betekenen

Kruidenrijke mengsels groeien in verschillende hoogtes en bestaan uit grassen van verschillende omvang en vormen. Dit soort grassen langs rijstroken en in de bermen van wegen oogt dus niet alleen vrolijk en draagt niet alleen bij aan de biodiversiteit (link naar artikel over gras en biodiversiteit): ze kunnen dus ook helpen de overlast van fijnstof terug te brengen. Onderzoekers in de West-Midlands in het Verenigd Koninkrijk concludeerden dat ’n groene bedekking van 25% in de directe omgeving al ‘n concentratieverlies van 2,5 tot 7% aan fijnstof kan opleveren. Dat is het dubbele van wat bereikt wordt wanneer er bomen worden neergezet.

Volgens de website www.dieselnet.com stoot een gemiddelde personenauto 22 mg fijnstof per kilometer uit. Nieuwe Euro 5 dieselauto’s mogen nog maar 5 mg fijnstof per kilometer produceren. Met 8,9 miljoen auto’s en 63 duizend vrachtauto’s in ons land kunnen de bermen van, rotondes op en het talud langs de ruim 140 duizend kilometer aan wegen sowieso dus al veel betekenen wanneer we de hoeveelheid fijnstof in de lucht willen reduceren.