De prijs van woningen blijft nog altijd gestaag stijgen. Volgens de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) is de waarde van een huis sinds 2013 met bijna 50% toegenomen. Wie de komende jaren het maximale uit de verkoop van z’n woning wil halen, doet er verstandig aan om ook in de tuin te investeren.
Voor veel mensen is een groene woonomgeving de ultieme droom. Groen heeft een positief effect op de gezondheid en het algehele welbevinden van mensen. Uit onderzoek in Amerika blijkt ook dat bewoners van een groene wijk zich veiliger voelen dan in wijken zonder groen en dat de criminaliteit in groene wijken lager is dan elders. Burgers en bedrijven willen zich daarom graag in groene wijken vestigen en zijn bereid om daar extra voor te betalen opdat ze van al die voordelen kunnen profiteren.
Aspirant kopers van een woning letten bij de beoordeling van hun potentiële aankoop op drie verschillende dingen:
- de afstand en relatie tot het groen. De waardestijging is het grootst voor woningen die onmiddellijk grenzen aan stedelijke groen;
- de kenmerken van het groen. Vooral parken met grote, open ruimtes, genieten de voorkeur;
- de sociaal-economische kenmerken van de wijk en haar bewoners. Uitgedrukt in euro/woning is het effect groter in wijken met duurdere woningen.
Zwarte cijfers dankzij groen
Onderzoekers van Wageningen Universiteit hebben al eens in kaart gebracht wat de aanwezigheid van groen of water kan doen voor de waarde van een woning. Zij concludeerden dat woningen die uitkijken op het water, gemiddeld 15% meer waard zijn. Een woning met uitzicht op een open ruimte kent een waardestijging van zo’n 10%. De prijs voor huizen met een uitzicht op een park ligt volgens die onderzoekers zo’n 6% hoger dan elders en als het geen park maar een plantsoen betreft, dan is de hogere waarde nog altijd bijna 5%. Aangezien het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stelt dat een gemiddeld koophuis momenteel zo’n 337.000 euro kost, vertegenwoordigen deze percentages aanzienlijke bedragen in het voordeel van zowel de eigenaar als de gemeente.
Voor een stad als Den Haag betekent namelijk dat al het groen in de stad de totale waarde van het woningenbestand met ongeveer 1,9 miljard euro doet toenemen. Dat is zo’n 7.500 euro per woning. Dat legt de gemeente géén windeieren. Nu kan de gemeente Den Haag namelijk jaarlijks tenminste 1,3 miljoen euro aan ozb-inkomsten genereren die het weer terug in de stad kan investeren.
Onderzoekers in het Verenigd Koninkrijk schatten in dat 1 % meer groen in de gemeente (uitgedrukt in oppervlakte groen landgebruik) leidt tot een waardestijging van het vastgoed van 1,04 %. Vertaald naar euro’s komt dat neer op zo’n 2.570 euro per woning. Wanneer die meerwaarde wordt omgerekend naar een jaarlijkse meerwaarde van 1 % groen dan komt dit neer op 77 euro per woning per jaar.
‘Groen in de stad’ is een ruim begrip. Het omvat het collectief aan bomen, planten, struiken en grassen op zowel de gemeentelijke als particuliere percelen. Zowel bomen als planten springen daarbij meteen in het oog. De rol van gras mag echter niet worden onderschat. Hoewel niet echt onderzocht is welke rol de aanwezigheid van gras speelt in de waardestijging van vastgoed, blijkt uit de onderzoeken dat kopers ook waarde hechten aan groene, open ruimtes waar kinderen kunnen spelen of waar ze met buren kunnen socialiseren. De kopers vinden het daarbij belangrijk dat de afstand naar zo’n plek niet al te groot is. Hoe dichter bij huis, hoe hoger de bereidheid om hier extra voor te betalen, zo wordt geconcludeerd.
De rol van gras
De prijs voor een woning hangt uiteindelijk af van de kenmerken van de woning zelf en van de woonomgeving, de fysieke omgevingskenmerken, de kwaliteit van de gebouwde omgeving en van de functionele omgevingskenmerken: de bereikbaarheid van allerlei voorzieningen, infrastructuur en werkgelegenheid vanuit de woning. In de laatste decennia heeft vooral de invloed van de directe woonomgeving een grote rol gespeeld bij de waardestijging van een huis. Onderzoekers vermoeden dat dit mede te danken is aan de stijgende welvaart die we de afgelopen decennia hebben meegemaakt. Sinds de jaren zestig en zeventig is de kwaliteit van de woningen zelf steeds belangrijker geworden. Aanvankelijk ging dat vooral om de inwendige kwaliteit zoals aantal kamers, vierkante meters, sanitaire voorzieningen. Na de energiecrisis kwamen daar de aandacht voor geluidsisolatie en energieverbruik bij. Nu de huizen doorgaans eenvoudiger aan de interne kwaliteitseisen voldoen, of hier daarzij verbouwingen eenvoudig op kunnen worden aangepast, lijkt het erop dat mensen meer en meer belang hechten aan de aantrekkelijkheid van de woonomgeving. Nu ook de zogenaamde Millenials zich op de kopersmarkt gaan begeven, groeit de rol van de aantrekkelijkheid van de woonomgeving. Een onderhoudsarm maar strakke, groene grasmat kan een wereld van verschil betekenen bij de beoordeling.
Het strakke, groene gazon in de voortuin is het eerste dat bezoekers en kopers van een huis zullen zien. Het is een eerste indruk die onuitwisbaar is en die blijvend zal zijn. Een goed onderhouden grasmat die vrij is van onkruid of ziekten verrijkt het huis visueel maar zal de koper ook onbewust het signaal geven dat de gehele woning in goede staat verkeerd. Kopers zullen de woning daarom meer op basis van de mogelijkheden dan op basis van mogelijke gebreken beoordelen.
Met een tekort van ruim 130.000 woningen staat de woningmarkt in Nederland nog altijd onder druk. Het einde van de vraag naar woonruimte is dus nog altijd niet in zicht. Wel is het nog onduidelijk wat de langetermijneffecten van de Covid-19 crisis zullen zijn. Onlangs becijferde het CBS dat de economische krimp in het tweede kwartaal zo’n 8,5% is geweest. Mocht blijken dat die lijn zich ook voor de rest van het jaar voortzet, dan zal dit ook de huizenkopers in hun portemonnee gaan treffen. Alleen verkopers wiens woning verzorgd overkomt, onderhoudsarm oogt en een natuurlijke uitstraling heeft, zullen zich dan nog op een positieve manier onderscheiden van de rest.