Kruidenrijk gras een ware verrijking voor de omgeving
Kruidenrijk gras een ware verrijking voor de omgeving
Kruidenrijk gras is een verrijking voor de omgeving die verdergaat dan het visuele aspect alleen. Kruidenrijk gras versterkt de bodem, biedt een schuilplaats en voeding aan insecten en dieren en helpt stikstof te binden. Met behulp van kruidenrijk gras kunnen we de ecologische balans van de natuur herstellen en verder versterken.
Het belang van kruidenrijk gras wordt inmiddels dermate erkend dat de overheid besloten heeft om het inzaaien en onderhoud ervan middels subsidies te stimuleren. Daarbij ligt de focus momenteel vooral op agrarische bedrijven maar ook gemeenten en particulieren kunnen van die ontwikkeling meeprofiteren.
Stimulant van bodemleven
Kruidenrijk gras is een verzamelnaam voor allerlei planten die spontaan groeien en bloeien. Goede voorbeelden daarvan zijn wilde bloemen en planten zoals fluitenkruid, brandnetel, paardenbloem, madeliefje, riet, knoopkruid, koekoeksbloem, kaasjeskruid en zuring. Kruidenrijk gras kan een hele diverse, actieve, rol spelen in de inrichting en het beheer van de ruimtelijke omgeving. Zo is uit onderzoek gebleken dat dit soort vegetatie een hoger dan gemiddelde diversiteit aan regenwormen, aaltjes, schimmels en bacteriën kent. Die vormen zowel een voedingsbron voor vogels en dieren als stimulant voor het bodemleven en realiseren een veelzijdigere structuur in de bodem. De diversiteit aan grassen op het perceel versterkt daarmee de bodem. Die diversiteit en variatie aan karakteristieken dragen er ook toe bij dat die omgeving beter klimaatadaptief is. Dankzij kruidenrijk gras is de omgeving beter bestand tegen droge perioden of perioden van veel neerslag. Daarnaast stimuleert het de efficiëntie van de nutriëntopname door de omgeving omdat elke soort op een andere diepte wortelt. Bovendien is van sommige soorten bekend dat ze over een stikstofbindend vermogen beschikken wat bijdraagt aan de opbouw van voedingsstoffen in de bodem.
Voedingsbron voor dieren
Door de kruiden op de behoefte van de omgeving af te stemmen, kan de komst of aanwezigheid van sommige insecten en dieren worden gestimuleerd. Een graskruidenmengsel dat als hoofdbestanddeel gras heeft, zal vooral keverachtigen aantrekken. Een mengsel met meer bloemen en eventueel gras erin, is vooral voor vliegende insecten zoals de sluipwesp, gaasvlieg en zweefvlieg aantrekkelijk. Andere, bekende, voorbeelden zijn:
- Rode klaver is populair bij hommels en vlinders en trekt zo’n 30 soorten aan die we als bedreigde dieren zien. Dankzij Rode Klaver kan het aantal hommelkoninginnen zelfs vervijfvoudigen terwijl het aantal hommelmannetjes in agrarische landschappen met 71% kan toenemen.
- Witte klaver produceert het hele seizoen door nectar en trekt daarom naast hommels en bijen, ook vlinders en vliegen aan. Vanwege de stikstofbinding stimuleert witte klaver ook het aantal regenwormen in de bodem.
- Luzerne is eveneens in trek bij vlinders, bijen en hommels. Wanneer luzerne wordt toegepast in stroken die afgewisseld worden met stroken kruidenmengsel, dan biedt het een foerageerhabitat voor allerlei muizenetende roofvogels.
- Smalle weegbree komt relatief snel tot bloei en wordt vooral door vliegen bezocht die weer een voedingsbron voor vogels zijn.
- Karwij werd, bij onderzoek in Denemarken, met name door verschillende insecten zoals vliegen, wespen, solitaire bijen en kevers bezocht.
- Beemdkroon produceert veel nectar en stuifmeel waardoor het erg populair is bij bestuivende insecten.
- Kruipende boterbloemen trekken talrijke zweefvliegen aan.
- Veld- en schapenzuring zijn voedingsbronnen voor diverse vuurvlinders.
- Knoopkruid is een voedingbron voor de Pluimvoetbij.
De aanwezigheid van vliegen en andere insecten zal de komst van vogels stimuleren. Om dat te managen kunnen mengsels per diersoort worden aangepast. Zo leeft een sluipwesp twee keer zo lang op de nectar van boekweit, een bloemenmengselcomponent, dan op de nectar van facelia (Phacelia tanacetifolia). Om die reden wordt boekweit ook wel bijenbrood, bijenvoer of bijenvriend genoemd. Ook Phacelia, Echium vulgare (slangenkruid) en Anethum graveolens (dille) trekken bijen en hommels aan.
Naast de bovenstaande relaties is ook bekend dat kruidenrijk gras ook veel springstaarten en mijten herbergen.
Waar aan te leggen?
Kruidenrijk gras kan, in feite, overal worden ingezet. Het beschermt oevers, dijken of geluidswallen tegen uitdroging en de verzwakkende gevolgen die dat kan hebben, of verbetert het beeld en voorkomt stofvorming op een perceel dat (tijdelijk) braak ligt. Door ingezaaide percelen onderling te verbinden, ontstaat een snelweg waarlangs kleine dieren en insecten zich veilig kunnen voortbewegen.
Zo op het eerste oog kunnen kruidenrijke grassen ook in bermen langs wegen, fietspaden of trottoirs worden ingezet. Daarbij is het wel belangrijk dat de verkeersveiligheid en minimale overlast worden gerespecteerd. Zo mogen de kruiden en grassen niet te hoog zijn omdat dit het zicht onnodig kan belemmeren of faciliteert dat kleine dieren lange tijd onopgemerkt blijven. Ook moet voorkomen worden dat overhangende beplanting en bron van ergernis of overlast voor fietsers of voetgangers vormen.
De beste aanleg
Kruidenrijk gras kent een hogere kiemingstemperatuur dan grassen waardoor het de periode maart-april of augustus-september voor dit type gras de meest ideale inzaaiperiode is. De ideale zaaidiepte is 2cm. Het komt het beste tot z’n recht wanneer het wordt heringezaaid. In dat geval ondervinden ze geen hinder van bestaande grassen die sneller groeien. Belangrijk is dat bij de herinzaai de grond niet wordt gefreesd of geploegd. Dit werkt verlies van organische stof en biodiversiteit in de hand en kan op veengronden tot daling van de bodem leiden. Doorzaaien is een alternatief maar dit is lastig en heeft alleen kans bij optimale omstandigheden. In dat geval moet de groei van het huidige gras zoveel mogelijk worden beperkt en moet een open zode worden gecreëerd. Het doorzaaien dient dan na een sterke droogte te worden gedaan en men zal nadrukkelijk met de wiedeg of strokenfrees in de weer moeten.
Zowel bij herinzaaien als doorzaaien mag er niet worden bemest, zeker niet wanneer het uitzaaien laat in het seizoen gebeurt. Zo ontneem je andere grassen de kans om het kruidenrijk gras te domineren. Het kruidenrijk gras krijgt zo meer kans om te wortelen en zich te vestigen.
Het beste onderhoud
Een maximaal effect wordt bereikt wanneer kruidenrijk gras alle rust krijgt. Timing voor die rust dient te worden afgestemd op de lokale biodiversiteit. Net als chemisch onderhoud is fresen en scheuren van de grond uit den boze. Wanneer het perceel gemaaid wordt, moet er tussen de 15 en 30% van het perceel ongemaaid blijven. Zo blijft er voldoende nectar, stuifmeel en schuilmogelijkheid voor insecten over om hun levenscyclus te voltooien.
Kruidenrijk gras is een verrijking voor elke omgeving. Omdat van de 4,2 miljoen hectare die ons land meet, ruim 52% wordt ingezet voor landbouwactiviteiten, zet de overheid momenteel zwaar in op het stimuleren van agrariërs om in kruidenrijk gras te investeren. Maar ook de bermen van onze ruim 130.000 km aan wegen of de 17.500 km aan dijken lenen zich ervoor om dit soort type gras uit te zetten, net als die kleine ‘vergeten’ stukjes grond of tuintjes in de stedelijke omgeving. Landeigenaren en landschapsbeheerders kunnen aanspraak maken op de ANLb, SVNL 16 en de SKNL subsidies. Voor particulieren bestaan zulke subsidies (nog) niet. Desalniettemin zullen ook zij zeker van een kleurrijkere, levendigere en gezondere omgevingen profiteren.